A LAST DREAM?
(haikus in ontbinding)
Beelden in het park
verweren zoet de droefheid
van vluchtige tijd.
Een lekkende kraan
opent de gesloten deur.
De schreeuw sluit zich niet.
Bloed op het kussen.
Ik heb slecht gedroomd vannacht.
Onvindbaar, het blauw.
Gebarsten spiegels
dollen met mijn verbeelding,
tergen het oogwit.
Ik zie wat ik niet zie.
Ik zie niet wat ik zie.
Hoe ondergesneeuwd het zicht verdwijnt.
Hoe naakt en koud de dood wel is.
Hoe slank de benen van het prille groen.
Hoe geel de spijt van de allerlaatste kus.
Ik proef nog eenmaal hoe
aangespoeld zeewier smaakt
samen met verlaten steen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten