Verhaal van een
vrijbuitershand
voor
Simonne Pauwels
Toen
de ijsketting neerviel
met
een plof op het natte stro
daalde
nacht neer
als
een bezwaarde lift op aarde
Wat
me haast onmiddellijk opviel naast de moederboom
waren
die hoog opgerichte ogen
van
de zee en het hemelse licht van vele zoutkristallen
In
een witte walvis geboren
werd
hij vogelvrij en pluimgewicht
los
van zwaartekracht en vacht van dieren
Het
voedsel voor de goden uit zijn hand
rotte
aanstonds aan de voet van aarzelende bergen
ingeslapen
naast onuitspreekbare woorden
Gescheurd
papier trotseerde
de
bevroren koning op zijn kartonnen rots
Hij
verdween in het niets
opgelost
door de gezamenlijke gezangen
van
meermin en weerwolf
Het
zwarte paard wachtte dood niet af,
pleegde
zelfmoord met ongekende overgave,
schonk
ons de nalatenschap van deze ballade
die
ik nu nalaat aan jou in een zeldzaam ogen-blik.
Guido
Vermeulen
Maart
2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten