BEDELBEDE
Zij
presenteert zich het allerliefst als ultiem en petieterig slachtlam
terwijl
zij haar schattige hond onverbiddelijk de grond instampt.
De
zwakke inboorling begraaft zij in de put van haar linkse verwensingen
met
de zekere trefzekerheid van met haast geslepen, dus aanstonds
versleten diamanten.
De
levensles die zij onderwijst is zoiets als een ondergegraven
openbaring,
een
beeld van een leugen op het hete canvas van haar ingeslapen lepe loopse tong.
Wat
zij zegt met ijver en met kwijl in de nacht van de confronterende
middag
sterft
lijdzaam in het verminkte geheugen van onze wederzijdse conversaties.
Op
het vlakke draagvlak van uitgestelde tijd leest zij steeds opnieuw en vlot
een
heiligverklaard boek met het gemak van een goedgekeurd hypocriet
genot.
Ik
schilder haar zwarte lichaam op het witte doek met onderkoelde woede,
de
kelder is zo voortvluchtig en heel eng dat zij verdampt in loze boze
klanken.
Een
engel in een ander land vraagt zich terecht af in de luwte van een
berustend hemellichaam
hoeveel
keren zij haar moederkoek vermoordde omwille van zinnenloos plezier
en lust vermomd als haat?
Hoeveel
druppels melk heeft zij geofferd met haar vergulden tepels
aan
het uitgeputte wolvenjong in de klem van wraak en zwaard?
Wie
schuilt nu echt in de opengesperde snuit van storende verstoting?
We
weten het niet echt! Of we weten het wel maar durven het niet
zeggen!!
Want
wat zij ook beweert, is gesteriliseerd en hopeloos begraven
in
het verlaten hol van moeder alcohol, de moeder die zij niet
(h)erkent.
De
groeven in mijn ogen kijken lijdzaam toe op elke vrijjdag
naar
haar V of Wreedzaam lijk op de hoek van iedere vissengraat.
Ik
post mijn bedelbrief voor vergeving met enige gretige verlegenheid en een gemis aan kwaad
naar
de meer dan redelijke vergeetput in mijn eigen geweigerde, dus razend vergeten straat.
GV
Juni
2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten